dinsdag 25 oktober 2011

Een boek kopen en zelfbeheersing

Roel Visser, de fotograaf
In een vergadering kwam op een mooie donderdag in oktober de naam Roel Visser 'voorbij'. Een Nederlandse fotograaf die al ruim twintig jaar lang op zijn manier onze samenleving in beeld probeert te brengen. Een bijzonder deel van onze samenleving.
Het ging over zijn recentste boek, Platter & dikker, net uit. En dat de mensen op die foto's op een bepaalde manier een relatie hebben met het thema Who's in control?

Kopen, is een daad stellen
Maar het kopen van een boek heeft op een andere manier ook met het jaarthema te maken. Een boek kopen is onbedoeld verworden tot een manier om je uit te spreken over wie er in een samenleving 'de baas is'. Wie bepaalt dat iets bestaat; blijft bestaan.

Onze impulsen
Én zegt iets over wie de baas is over onze primaire impulsen. Beiden - de foto's van Roel Visser en het aankopen van een boek - hebben iets te maken met de manier waarop onze samenleving in elkaar zit, hoe we onszelf daartoe verhouden en of we in staat zijn er een 'draai' aan te geven. Who's in control?




Henk Hofland
Het boek van Roel Visser is voor degenen die hem kennen, zijn werk volgen of tegenkomen in (de Nieuwe) Revu, NRC, Parool of HP/De Tijd, niet echt verrassend. Bijzonder is wel dat dit boek een lang essay bevat van (good old) Henk Hofland. Alhoewel iedereen die Henk Hofland 'volgt' niet verrast zal zijn of worden door zijn essay. Her en der heeft hij in zijn columns door de jaren heen verschillende aspecten ál aangekaart. Maar hier legt hij in een consistent verhaal een soort testament neer. Eén lange waarschuwing én verbazing over de samenleving waar we in Nederland (en het Westen) terecht zijn gekomen. Henk Hofland is op een bepaalde manier dé socioloog van ons land.




Iedereen heeft zijn of haar stokpaardjes
Zo ook Roel Visser. Die evenals de Engelse fotograaf Martin Parr een oog heeft voor excentrieke personen. Beiden fotograferen mensen die zich vooral uiterlijk van anderen onderscheiden. Op (willen) vallen door hun manier van kleden, gedrag en veranderingen die ze aan hun lichaam aanbrengen (sieraden, piercings, tatoeages). Mensen die platter en dikker zijn.

Hij is redelijk trouw aan zichzelf. Bekijk zijn fotoboeken De jaren negentig (1992), Hier in Holland (2000) en Platter & dikker (2011). Of blader door zijn foto-albums op zijn website.




Een boek kopen
Dus na afloop van de vergadering naar de boekhandel. In Veghel. Naar Bek. Een prima winkel. Veghel mag er trots op zijn. Helaas was het boek niet op voorraad. Dat kan. Jaarlijks verschijnen té veel (circa 13 duizend) boeken. Die een boekhandel in een klein provincieplaatsje niet allemaal op voorraad kan nemen of hebben. De mevrouw van de winkel bemerkte dat de potentiële klant de winkel ging verlaten en begon uit te leggen dat het bewuste boek óók bij hen besteld kon worden. Dat er geen extra kosten aan verbonden waren. En dat het morgen al bezorgd zou worden.

Die woorden kwamen ietwat moedeloos uit haar mond. Ze had al te vaak meegemaakt dat in voorkomende gevallen die potentiële klant naar huis ging en via bol.com het boek ging bestellen.




Leven en laten leven
Dit keer slaagde ze. Het kostte nog wel enige moeite om het boek te bestellen, maar enkele minuten later was het gepiept, betaald en kon ze opgelucht ademhalen. Ze had een klant behouden. Die op zijn manier bijdraagt aan het overeind houden van haar toko. Dat valt tegenwoordig niet mee, want ze moet een pand onderhouden, personeel en voorraad. Ze zit niet op een goedkoop (shabby) industrieterrein. Heeft Onvoldoende marketingpower. Exposure.




Zij moet als kleine zelfstandige opboksen tegen een moloch als bol.com. Die veel Veghelnaren en Nederlanders inmiddels gebruiken. Die zich niet (willen) realiseren dat ze daarmee hun lokale boekhandel direct ondermijnen. Ze leveren de marge die op alle boeken zit bij een anoniem bedrijf in en niet bij een (aardige?) familie Bek in Veghel. Die door er te te zijn écht bijdraagt aan het leefklimaat in Veghel. Klik hier voor een artikel over parasitair gedrag.

Occupy Wall Street speelt zich op veel meer terreinen af! Heeft vele dimensies.





Terughoudendheid, zelfbeheersing
Het kopen van een boek. Of een cd. Een paar schoenen. Het aankopen van een nieuw product is de laatste jaren veranderd. In die zin dat de meeste mensen de eigenschap van 'uitgestelde behoeftenbevrediging' zijn verloren. Althans, die eigenschap is afgezwakt. Ik zie vanavond bij DWDD (toevallig?) dat er een nieuwe film, boek of musical is. En ik móet meteen overgaan tot aankoop. Ik wil het méteen hebben. Daar spelen de bol.coms van de samenleving natuurlijk perfect op in. Kunnen dat ook als geen ander. Vanavond besteld voor tien uur en morgen al in huis. "Wat een perfecte wereld!" En die bezorgers hebben toch maar mooi (dankzij mij) een (onder)betaalde baan!




Ik ben toch maar mooi in control!
Nietwaar. Met ebooks kan het straks nog sneller. Of digitale muziek. Legaal of illegaal. Doet er niet toe. Ik wil het nu. Heb er toch recht op. Kan het betalen. Waarom nog wachten? Ik heb geen tijd om enkele dagen te wachten. Om bij een lokale winkel binnen te lopen. En enkele dagen wachten als het onverwacht niet op voorraad is.




Ouderwets denken?
Wellicht. Maar dit gedrag ondermijnt in zeer snel tempo onze lokale winkelgemeenschappen. Onze binnensteden. Doordat we als individu elk op onze eigen manier dit gedrag vertonen (we zijn tóch uniek) bevorderen we de afbraak van onze centra. Op een bepaalde manier lijkt dit gedrag op het uiterlijk vertoon van de 'slachtoffers' die Parr en Visser in beeld brengen. Gebrek aan zelfbeheersing. Terughoudendheid. Een van de zeven deugden is temperantia (gematigdheid, matigheid, zelfbeheersing).

Terugblik op lezing Jos Verveen
Op zondag 16 oktober 2011 hield ex-organisatie-adviseur Jos Verveen in De Linck in Oss zijn lezing in de reeks Who's in control? Centraal stond zijn in april van dit jaar verschenen boek Bullsh!t management. Waarin hij betoogt dat onze samenleving vergeven is van de managers en de 'technieken' die ze op hun medewerkers loslaten. Technieken die het werkplezier en rendement van het werk (dat door vakmensen gedaan moet worden) ondermijnt. Kappen ermee, is zijn boodschap. Maar dat zal niet meevallen. Managers en management zijn alom aanwezig en je moet van goede huize komen om als leidinggevende niet in die val te trappen. Tijdens de discussie kwamen de begrippen integriteit en zelfbeheersing voorbij. Leidinggevenden moeten integer zijn. In de zin dat ze in hun doen en laten niet (direct) gaan voor hun eigen belangen (zeg maar de bonusmentaliteit).




Je hoeft niet alles toe te passen
Jos Verveen vond dat managers werk zouden moeten maken van het begrip zelfbeheersing. Je hoeft als manager niet door te slaan op het 'managementpad'. Niet alle tips en trucs uit de management-'doos' hoef je op je medewerkers los te laten. Toon zelfbeheersing en begrijp dat het bedrijf waaraan je leiding geeft feitelijk niet om jou ('de manager') draait maar om de medewerkers die het werk moeten verzetten. Stel je dienend op. Ben voorwaardenscheppend bezig. Functioneer op de achtergrond en treed alleen naar voren als het functioneel is.




Zelfbeheersing
De foto's van Roel Visser en Martin Parr brengen mensen in beeld die met dat begrip - zelfbeheersing - niet zo veel hebben. Sterker, ze vertonen gedrag dat daar haaks op staat. Roel Visser en Martin Parr hebben een schrijvende evenknie, Theodore Dalrymple. Een Engelse psychiater die de laatste jaren dezelfde groep heeft beschreven. Mensen die niet langer geremd worden door sociale conventies. Die zich niks van anderen aantrekken. Hun eigen plan trekken. Het fuck-you gebaar letterlijk en figuurlijk maken. Mensen aan de onderkant van de samenleving. Én aan de vermeende bovenkant. Die impliciet tegen de meerderheid van de samenleving - die (nog) wel over enige zelfbeheersing beschikt - zeggen dat zij dood kunnen vallen. Dat ze doen wat ze doen. Omdat het nu eenmaal kan. Niet verboden is. Zij zich niets van die sociale conventies aantrekken.

Uitlokken, faciliteren, scoren
Dit proces van afnemende zelfbeheersing wordt - en dat beschrijft Hofland op een meesterlijke manier in zijn essay - door grote bedrijven gestimuleerd. Uitgelokt. Gefaciliteerd. Ogenschijnlijk keurige (hooggeplaatste, want rijke) mensen zitten er achter. Om mensen in compromitterende situaties te brengen. Uitlokken dat ze zich onsterfelijk belachelijk maken. Prima toch! Het scoort. Kijkcijfers. Meer advertenties. Meer winst.

Citaat - een bewustzijnsvernauwing
Begeren in het algemeen veroorzaakt een bewustzijnsvernauwing. Dat wil zeggen, de kritische vermogens worden verzwakt. In voorbije tijden beseften de meeste mensen dat heel veel begerenswaardigs niet binnen hun bereik lag. Want al het genieten moet betaald worden. Iedere consument heeft in principe evenveel recht op al het aanbod, maar niet alle mensen hebben genoeg geld.

Ook daarop heeft het consumentisme al vlug iets gevonden: de creditcard.

(Henk Hofland, pagina 30 Platter & dikker)




vrijdag 14 oktober 2011

Impliciet iets zeggen over Bullsh!t management en onze tijd

De voorzitter van de SER (Socaal-Economische Raad) is een slimme man. Erg slim. Alexander Rinnooy Kan is opgeleid als wiskundige. Gepromoveerd. Hoogleraar geweest. Heeft vele voorname posities bekleed. Is nooit minister geworden. Had best gekund. Wel politiek betrokken (D66). Werd in 2007, 2008 en 2009 uitgeroepen tot de meest invloedrijke man van Nederland. Dat had vooral te maken met het feit dat hij de SER-voorzitter was.


Een literaire liefdesverklaring
Als zo'n man in een nieuwe rubriek in NRC Handelsblad aan het woord gelaten wordt over een boek (Boekdelen) dan is het belangrijk wat hij noemt. En als slimme man noemt hij dan een boek dat hemzelf ongetwijfeld nog steeds aanspreekt maar zegt zijn keuze ook iets over zijn ideeën over 'de wereld' en welke kant die zich op zou moeten (gaan) bewegen.

Jos Verveen
Is een organisatiedeskundige die in het voorjaar van 2011 een kleine bestseller heeft geschreven: Bullsh!t management. Waarin hij zich afzet tegen de 'kaste' van de managers. Die in veel bedrijven, instellingen en organisaties de laatste decennia steeds meer in de plaats gekomen zijn van ...

Johan Fabricius
Alexander Rinnooy Kan zet een boek van deze schrijver in het zonnetje. Noemt het een klassieker. Roept uit dat er weinig boeken uit 1924 zijn die nog steeds gelezen (kunnen) worden. Een jeugdboek. Een historisch verhaal. Een tijdloos onderwerp. Rinnooy Kan haalt uit De scheepsjongens van Bontekoe personages naar voren die op een bepaalde manier nog steeds alom aanwezig zijn.

Persoon A - de leider
"De schipper van de jongens is een geweldige, inspirerende leider. Hij weet precies wat hij wil, aarzelt geen seconde en is een rots in de branding. Hij wordt door zijn mannen op handen gedragen; de scheepsjongens zijn enorm aan hem gehecht. Bontekoe is een voorbeeld van wie we heden ten dage nog veel kunnen leren. Hij schept duidelijkheid en gebruikt zijn formele macht eigenlijk nooit."

Persoon B - de baas
"Fabricius voert ook nog een andere schipper op, Bruinvis, en met hem toont de schrijver heel knap een andere stijl van leiderschap. Bruinvis is ook een goede vakman, maar kan alleen de wind er onder houden met behulp van het recht van de schipper om lijfstraffen uit te delen. Hij waarschuwt dikwijls: 'Denk er om, Juffer Driestreng ligt altijd klaar!' Bontekoe heeft dat helemaal niet nodig. Door zijn wijsheid, ervaring en karakter heeft hij zoveel gezag dat hij geen beroep hoeft te doen op de machtsroute. Waarachtig leiderschap berust op gezag en niet op macht. Het is een van de vele redenen dat dit boek een permanente charme heeft: de stereotypen van Fabricius hebben een tijdloze betekenis."

Persoon C - de koopman
"Fabricius bouwt ook heel treffend iets in over de spanning tussen arbeid en kapitaal. Er is een koopman aan boord, koopman Rol, een vertegenwoordiger van het kapitaal. Er is een zin die mij altijd is bijgebleven, als de koopman een beetje zenuwachtig is: 'Hij wreef zich in de bleke handen.' Dan zie je al direct: dat is geen prettige man. Die bleekheid steekt mooi af bij de zeelieden met hun gebruinde koppen en armen. Er zijn een paar momenten in het verhaal dat die koopman gaat zeuren over het kapitaal dat verloren dreigt te gaan en de te bedienen zakelijke belangen. Bontekoe maakt duidelijk dat dat uiteindelijk niet zijn allereerste zorg en verantwoordelijkheid is. Hij is er voor de behouden aankomst van de bemanningsleden. Dus hij kiest vóór de arbeid en als het niet anders kan, tégen het kapitaal. Zelfs voor die dimensie is in het boek ruimte. Je wordt als jongen op een geheel niet drammerige of dogmatische manier voorbereid op die traditionele sociaal-economische spanning."

De moderne pedanten
Rinnooy Kan kan zich ongetwijfeld (deels) herkennen in het pleidooi van Jos Verveen om het té grote aantal managers met hun managementtechnieken flink terug te brengen. Je hebt leiders en bazen. Managers behoren (vaak) tot de tweede groep. Gelukkig hebben de dames en heren anno geen Juffer Driestreng meer in hun portfolio, maar weten velen angst aan te jagen met hun 360 graden feedback verhalen, POP- en PAPpen, proactieve incencitives of andere mumbo jumbo.

Lulkoek-bingo kan overal in Nederland gespeeld worden.


Rinnooy Kan weet als geen ander dat ons land vergeven is van de Bruinvissen en dat er verdomd weinig Bontekoes zijn. Die weten wat ze willen, zich niet gek laten maken, de weg wijzen, voorleven en zelfs tijdens grote crises niet in paniek vervallen en hun ondergeschikten wijs maar met strenge hand naar de (natuurlijk!) glorieuze toekomst begeleiden.

Ook zegt de SER-voorzitter iets over de keuze die we als samenleving moeten maken. Willen we doorgaan op de neo-liberale weg, terugzwaaien naar ons min of meer verwaarloosde Rijnlandse 'systeem' of gaan we (noodgedwongen) op zoek naar een ander economisch model om te ontsnappen aan alle majeure problemen van onze tijd. Die discussie moet gevoerd worden. Er zijn talloze signalen die daarop wijzen. Who's in een samenleving in control?

Geen drammer
Rinnooy Kan is politiek bewogen. Geen drammer. Is voorzitter geweest van de belangrijkste werkgeversclub van Nederland (VNO). Maakt zich echter grote zorgen over de daad- en slagkracht van Nederland.

Vanuit die optiek geeft hij 'zelfs' in een 'leuke' rubriek een signaal af.

De liefdesverklaring van Alexander Rinnooy Kan is één lange verzuchting. Bontekoe heeft ons land al lang geleden verlaten. De managers en kooplui hebben de 'winkel' overgenomen. En zelfs een Innovatieplatform, waar Rinnooy Kan (natuurlijk ook) deel van uitmaakte, heeft daaraan ook (nog) geen positieve draai kunnen geven.

Een vierde persoon - optimist, doener
"En dan de scheepsjongens zelf. Scheepsjongen Hajo is de vleesgeworden vooruitgang. Hij is van eenvoudige komaf, deugt nergens voor en zijn vadert is overleden. Maar hij gaat naar zee, een kansrijke omgeving waarin je zonder belemmerd te worden door wat mensen al over je weten, je positie opnieuw kunt innemen - jezelf kunt herdefiniëren. Hajo benut die kans en wordt uiteindelijk door Bontekoe En Bruinvis aanbevolen als stuurman. Hij gaat als jongen weg, maar komt als man terug, natuurlijk nog steeds dol op zijn moeder."

In het artikel staat niet wie Rinnooy Kan voor zich ziet. Maar hij hoopt dat een nieuwe generatie scheepsjongens zal opstaan. Die door hard werken en met een open geest het verschil gaan maken.

De TrendRede 2012
Ook wordt in de liefdesverklaring door Alexander Rinnooy Kan niet gerept over de TrendRede 2012. En een begrip dat daar én in De scheepsjongens van Bontekoe wél nadrukkelijk wordt genoemd: een jongen van stavast.

De burger van stavast
Dat is de centrale man of vrouw in de visie van de auteurs van de TrendRede 2012. Die zich de komende jaren naar hun verwachting zal (gaan) manifesteren. Die groep vertoont (karakter)trekken van Bontekoe (de leider) en Hajo (de doener). Deze burgers van stavast zullen de komende jaren op hun manier binnen hun omgeving stappen zetten om uit onze huidige impasse te komen.

De slotregels
"Het boek doet je als jongen de wereld anders beleven en creëert het bewustzijn dat er grote vragen aankomen. Als ik het herlees zie ik dat het verhaal niets van zijn charme heeft verloren. Het is een classic in elke zin van het woord. Hoeveel boeken die in 1924 verschenen lezen we nu nog? Als je Kruimeltje herleest, lees je het met sentiment; dit herlees je met emotie."

Meer lezen?
Klik hier voor de volledige tekst van De scheepsjongens van Bontekoe
Website voor de TrendRede 2012
Een ander artikel over de TrendRede 2012
Een artikel over de documentaire Inside job
De lezing van Jos Verveen op zondag 16 oktober 2011 in Oss

Kruimeltje is toevallig een musical.
Benieuwd wat dit over Nederland zegt.

woensdag 12 oktober 2011

De internet bubbel

Jij en de internet bubbel
In de nazit van een bespreking gaf een collega een tip. Komt meer voor. Maar dit is een bijzondere tip. Haar tip is een voorbeeld van hetgeen in die tip (een filmpje op internet) wordt aangesneden. De collega gaf grappig genoeg (ook nog) aan dat ze al jaren vier kranten leest; althans ze heeft met haar partner thuis een abonnement op vier dagbladen.

Eli Pariser
Is een jongeman (1980) van wie dit jaar het boek The filter bubble : what the internet is hiding from you bij Penguin verscheen.Een boek waarvan voor zover bekend helaas nog geen Nederlandse vertaling op stapel staat. Iets voor Maven publishers?
Toch gonst zijn naam en vooral zijn TED-filmpje (sinds mei 2011) rond. Dat wil zeggen: die collega was de bij en via dit weblog gaat het (hopelijk) verder gonzen. Hij snijdt een belangrijk punt aan. Een issue dat alles te maken heeft met de vraag Who's in control?


Internet: een mer à boire?
Internet is inderdaad een oneindig grote oceaan vol informatie. Waar je de meest uiteenlopende soorten informatie vandaan kunt halen. Prima, toch?

Pariser is niet de eerste die bij dit beeld vraagtekens zet. Maar hij doet het (althans) in het filmpje op een zeer eloquente, overtuigende manier (het boek nog niet gelezen, dus daarover geen mening). Hij wijst op twee centrale punten waardoor internet voor de meesten van ons (feitelijk iedereen) niet 'oplevert' wat het wel in zich heeft.


Menselijk gedrag
Dit punt kan het beste uitgelegd worden door te verwijzen naar hetgeen Raoul Heertje in zijn boek Mark Rutte is lesbisch aangeeft over zijn eigen krantenconsumptie. Daar zegt hij op pagina 16-17:

In ons leven zijn we zelf de samenvatter. We maken een keuze uit gebeurtenissen, feitjes en ervaringen. We denken dat we dat heel objectief doen, maar blijken dat niet te kunnen. De keuzes worden bepaald door onze belangen en het wereldbeeld dat we hebben. () Ik las vroeger vier kranten om een mening te kunnen vormen. In feite blijken mijn hersenen in die kranten te hebben gezocht naar bevestiging van oordelen die ik toch al had. Vier kranten lezen maakte me alleen nog eigenwijzer in mijn oordelen; ik had wat meer feitjes tot mijn beschikking. Op dit moment is mijn mening nog steeds gebaseerd op vooroordelen en vastgeroeste opvattingen, maar ik verpest mijn tijd niet meer met het lezen van vier kranten.

Mediawijsheid

Eli Pariser zegt hetzelfde in het begin van zijn bijna tien minuten durende TED-filmpje. Op zich is dit 'oude kennis', want iedereen vertoont dit gedrag. Het is van alle tijden. We zijn allesbehalve een rationeel wezen dat kil, klinisch, zakelijk de wereld tegemoet treedt. We doen ons best, maar meestal is het wel zo gemakkelijk, plezierig en verstandig om te 'blijven hangen' in de wereld die je redelijk kent. Hersenwetenschappers zeggen keer op keer dat alles wat nieuw is voor ons, en we 'eigenlijk' tot ons bewustzijn zouden meten laten doordringen, moeite kost. Tijd. Inspanning. En het gaat ten koste van iets anders. Het gros van de tijd flowen we als het ware op de automatische piloot door het leven, en alles dat afwijkt negeren we bewust, maar bijna altijd onbewust.

Leesbevordering, mediawijsheid
Openbare Bibliotheken zijn altijd bezig met leesbevordering. Mensen stimuleren om (meer) te lezen. Kinderen, jongeren, volwassenen. De achterliggende gedachte is altijd dat lezen 'goed' is voor de mens. Het voert te ver om daar hier verder op in te gaan.

Sinds enkele jaren menen bibliothecarissen ook een rol te moeten vervullen rondom het begrip mediawijsheid. Het grootste misverstand dat hierom heerst is dat het vooral bedoeld is voor (basis)schoolkinderen en dat we hen enkele tips en trucs aan de hand moeten doen om beter gebruik te kunnen maken van internet.

Dat is inderdaad een groot misverstand, en de TED-lezing van Eli Pariser is een van de vele voorbeelden om dit duidelijk te maken. Sterker, mediawijsheid is ten eerste voor alle leeftijdsgroepen, ten tweede voor mensen met verschillende opleidingsniveaus (nadruk: alle) en tot slot is het nooit voorbij of over. Mediawijsheid is een onderwerp dat de komende jaren steeds belangrijker zal worden. Het heeft uiteindelijk alles te maken met het (democratisch) functioneren van onze samenleving en de vraag Who's in control?

Het tweede, centrale punt van Eli Pariser

Wat hij aansnijdt is niet nieuw. Maar wel iets dat voor het grote publiek nog behoort tot de ver van mijn bed show. Pariser haalt het punt naar voren dat alle zoekmachines en 'programma's die internetgebruikers helpen om gewenste informatie op te zoeken worden gefilterd.

Google, Youtube, Facebook, bol.com en anderen geven nadat een bepaald zoekwoord is ingetikt andere 'antwoorden' of resultaten. Die resultaten worden 'bepaald' door - zoals Pariser op zeker moment zegt - 57 variabelen. Dat getal doet er niet zo veel toe. Belangrijker is dat dit soort programma's nadrukkelijk kijken wie de vraag stelt, vanuit welk land, plaats, wanneer, vanaf welke pc enzovoorts. Die variabelen worden meegenomen in het 'beantwoorden' van de zoekvraag.

Blurbtekst van het Engelse boek

Imagine a world where all the news you see is defined by your salary, where you live, and who your friends are.

Imagine a world where you never discover new ideas. And where you can't have secrets.

Welcome to 2011.

Google and Facebook are already feeding you what they think you want to see. Advertisers are following your every click. Your computer monitor is becoming a one-way mirror, reflecting your interests and reinforcing your prejudices.

The internet is no longer a free, independent space. It is commercially controlled and ever more personalised.

The Filter Bubble reveals how this hidden web is starting to control our lives - and shows what we can do about it.



Manipulatie
Dat is een zwaar woord. Maar feitelijk is dat wat er aan de hand is. Pariser is zo aardig om dit woord niet te gebruiken, maar argeloze gebruikers van internet-zoekmachines en (steeds vaker) portals van commerciële bedrijven worden altijd gemanipuleerd. Het 'antwoord' dat iemand krijgt hangt samen met wie hij of zij is. Wat men in het verleden al heeft gedaan, aangeklikt.

Een internet bubbel
Daar waarschuwt Pariser terecht voor. Elke argeloze gebruiker die op zoek is naar 'de beste' informatie over een bepaald onderwerp dient zich te realiseren dat elk zoekwoord/zoekzin andere resultaten oplevert. Er is kortom geen 'objectieve' resultatenlijst. Die is sterk afhankelijk van die variabelen. Een Android-achtig wezen bepaalt wat we te zien krijgen. En wat niet.

U gelooft het niet?!
Doe de test. Pak thuis of op uw werk twee pc's, iPads of pda's. Start Google op en tik een bepaald zoekwoord in (Egypte of 'leuker' Wilders) en kijk naar de eerste tien hits.
Of surf naar bol.com, zoek een bepaald boek op dat u zogenaamd wilt gaan kopen (bijvoorbeeld The filter bubble) en zie welke suggesties aan de rechterzijde worden getoond. En hoe die afwijken van uw buurman.

Is dit een probleem?
U kunt uiteraard uw schouders ophalen en denken dat het geen probleem is. Maar Eli Pariser en andere internet-critici/sceptici maken zich (terecht) grote zorgen. Dit heeft alles te maken met onze democratische samenleving, die alleen kan blijven functioneren als we kritische burgers behouden.


The end of democracy?

Dat is een zeer boude stelling, maar door het sluipenderwijs doordringen van dit soort tools wordt het voor de gemiddelde gebruiker van internet steeds moeilijker om 'per ongeluk' tegen informatie aan te lopen die haaks staat op de eigen comfort zone.

Iedereen - herlees Raoul Heertje nog maar eens (niet bepaald een domme jongen) - is geneigd om die dingen op te pikken die het eigen 'gelijk' of wereldbeeld (smaak, politiek, normen en waarden) bevestigen. In de 'oude tijd' (voor internet) was het gemakkelijker om in contact te komen met afwijkende, dwarse informatie. Het belangrijkste middel daarvoor was de krant. Tot een bepaalde hoogte. Want elke krant was toen (en nu) op een bepaalde manier ook gekleurd. En door een bepaalde krant wel en een andere niet te lezen sluit je jezelf ook op in een bepaalde 'zuil'. Maar elke krant bevat (gelukkig) dagelijks artikelen die gaan over zaken die je op zich niet interessant of belangrijk vindt. Maar door de opmaak, plek in die krant, manier van formuleren of om andere onverklaarbare redenen nam je (toch) de moeite een bepaald artikel tot je te nemen. Waardoor je doorlopend kennis nam van 'andere' meningen en onderwerpen die in de samenleving en cultuur spelen.


Míjn krant
Door internet staat die krant sterk onder druk. Er zijn inmiddels veel mensen die 'hem' hebben opgezegd en via internet her en der hun news-feeds vandaan halen. Maar helaas, dan komt het verhaal van Pariser om de hoek kijken. Heel confronterend. Vervelend. Je loopt in de val dat je koning bent van een zeer eenkennig, eenzelvig rijk. Een narcistisch domein waarin alle informatie (verhip) past en aansluit op je eigen beperkte kader. Je krijgt alleen nieuws, analyses en meningen die je eigen gelijk bevestigen.

Wat gaat verloren: serendipiteit

Alom wordt beweerd dat we in een 'kenniseconomie' leven. Dat we dat moeten worden of zijn om economisch te kunnen overleven. Daartoe moeten we gemiddeld hoog opgeleid worden of zijn. We hebben mensen nodig die zodanig creatief zijn dat ze nieuwe diensten en producten bedenken, vermarkten. Helaas is het verhaal van Eli Pariser en anderen een pain in the ass. Want als de trend dat (ook) hoogopgeleiden, zonder dat ze het zichzelf realiseren, alleen maar informatie krijgen aangereikt die hun 'gelijk' bevestigt dan leidt dat uiteindelijk niet tot nieuwe dingen. Creativiteit - lees het maar na - wordt veroorzaakt door je bewust maar veel vaker onbewust te bewegen in 'omgevingen' die afwijken van het normale. Uiteraard is normaal en afwijkend voor iedereen anders. Derhalve moeten er duizend bloemen bloeien. Een kaalgeslagen, niet rijk maar uniform aanbod staat haaks op een kenniseconomie. Dat de huidige regering zoveel op cultuur bezuinigt is een misvatting in relatie tot hetgeen ze zeggen na te streven: Nederland opstoten in de vaart der volken. Maar, dat is een ander verhaal.


Wat te doen?
Dat is nog niet zo eenvoudig. Eli Pariser smeekt de grote internetbedrijven die met dit soort algoritmes werken een soort burgerschaps-variabele in haar programma's op te nemen. Maar dat staat haaks op het winststreven van die bedrijven. De resultaten worden natuurlijk 'gemanipuleerd' om gebruikers te verleiden door te klikken naar websites waar de adverteerders voor betalen.

To nudge or not to nudge

Nudge is een Engels woord dat zoiets betekent als 'een zetje in de goede richting geven'. Het beeld dat gebruikt wordt om het uit te leggen is die van een grote olifant die een kleintje een zetje geeft. Nudgen is dus sturen. En daardoor ook een vorm van manipuleren. Een voorbeeld uit de wereld van de dikke mensen. Mag de overheid spotjes uitzenden om haar burgers minder vaak een zakje chips open te trekken. Meer te bewegen. Of zwaarder geschut: een vettaks invoeren. Nog sterker: een vet-politie op pad sturen. 

Jeugdbieb.nl
Deze website is een voorbeeld vanuit de 'tegenbeweging'. En van nudgen. Tien jaar gelden was er een jeudgbibliothecaresse die zag dat een gemidddelde basisschoolleerling op internet verdwaalt. Informatie opzoeken voor een spreekbeurt levert veel, maar vooral ruis op. Dat inzicht leidde tot het opzetten van jeugdbieb.nl
Daar verzamelt ze sindsdien (als een monnik) relevante websites voor die doelgroep. Nederlandse kinderen van groep 3 tot 8 en voor sommige brugklassers. Ook reuze handig voor ouders en leerkrachten die hun kinderen willen of moeten helpen.

Het is bevoogdend, want er wordt een voorselectie gemaakt. Het is 'schools' en levert minder serendipiteit op als zoeken op het grote internet, maar vanuit de gedachte dat kinderen geholpen moeten worden in die informatiejungle is het een prima product.
Die jeudgbibliothecaresse heeft een tijdje in de bibliotheek Oss gewerkt. Inmiddels is haar website als het ware opgenomen in een landelijk bibliotheeksysteem voor basisscholen (Educat B).

Een vraag die Pariser niet opwerpt is of er een soort jeudgbieb voor volwassenen zou moeten komen. En wie die dan zou moeten opzetten. Openbare Bibliotheken? Uit het publieke domein, zonder (commerciële) bijbedoelingen? Internet nationaliseren? Een nieuw, ander internet?

Henriëtte Prast

Het verhaal van Eli Pariser heeft op een bepaalde manier raakvlakken met de visie van hoogleraar econonomie Henriëtte Prast. Die positioneert zich nadrukkelijk als een emotie-econome.

Zij gelooft in tegenstelling tot veel collega-economen niet dat mensen rationele wezens zijn als ze een beslissing moeten nemen. Integendeel: het gros van onze economische beslissingen gebeuren in ons onbewuste; hebben te maken met gevoelens en zijn zelden gebaseerd op koele analyses. We zijn geen homo economicus. Het verhaal van Pariser maakt duidelijk dat als we niet oppassen we nog minder rationeel zullen worden of zijn. Boek: Een jaar uit het leven van een gevoelseconoom (2007)


Meer lezen?
Bijvoorbeeld Nee, je bent geen gadget van Jaron Lanier uit 2010 of al wat ouder (uit 2008) het boek van Andrew Keen (The cult of the amateur).
Of lees (met dank aan een andere collega voor de tip) meer over diaspora.

Het filmpje (duur 9:05)




Marjolijn Februari in Vrij Nederland

Op 22 oktober 2011 stond onderstaande uitspraak in een kort artikel (Mens en machine).

"De nieuwe generatie moet voor zichzelf uitvogelen hoe je tegenwoordig aan betrouwbare kennis komt. Nu de commerciële belangen zo groot zijn, en nu zoekmachines alles afstemmen op je profiel en je al snel terechtkomt in een filterbubbel, waarin je alleen nog wordt geconfronteerd met dat wat je al wist en dat wat je al wilde. Ik zoek daarom vaak expres naar informatie die ik niet graag lees. Zoals extreme politieke meningen of theorieën die mijn ongelijk bewijzen."

dinsdag 11 oktober 2011

Tor Norretranders - de ontdekkingsreiziger

In de nazit van de lezing van hoogleraar sociale psychologie Ap Dijksterhuis in De Linck in Oss op maandag 26 september 2011 was er amper tijd om in de nazit een brandende vraag aan hem te stellen. Hij wilde na een succesvolle avond snel naar huis. Dus was zeker geen sprake van zitten. Terwijl hij zijn spullen aan het inpakken was en handtekeningen zette in aangeschafte exemplaren van Het slimme onbewuste gaf hij echter toch het verwachte antwoord. Hij kende inderdaad Tor Norretranders. Sterker, hij gaf aan dat het boek Het bewustzijn als bedrieger voor hem belangrijk was geweest. Vooral het eerste deel. Leuk om te horen dat een gerespecteerd wetenschapper zo enthousiast kan zijn over een titel uit zijn jeugd. Want dat is (wel) het geval. Het bewuste boek is in 2000 in het Nederlands verschenen, maar het dateert uit 1991. Twintig jaar geleden beschreef een (in Nederland) volstrekt onbekende Deense wetenschapsjournalist al gedeeltelijk wat de laatste jaren zo'n hot topic is geworden. Het feit dat onze hersenen ons als het ware in de waan laten dat we een bewustzijn hebben. Dat wij als mens volstrekt in control zijn. Vergeet het maar. Het gros van ons handelen, denken wordt als het ware gedaan door ons onbewuste. Dat onbewuste 'organiseert' ook ons bewustzijn. Dat deel van onze hersenen waaraan wij als mens een mythische kracht toekennen. Dat bewustzijn stuurt ons. is verantwoordelijk voor 'onze vrije wil'. Al in 1991 deed Tor Norrestranders verslag van hersenonderzoek waaruit bleek dat we het bewustzijn als een bedrieger moeten beschouwen. Of, volgens de ondertitel : een mythe ontrafeld.



Tor Norretranders
Dit boek verscheen in 2000 bij De Arbeiderspers. Werd vertaald met hulp van een Europese subsidie. Daarvoor werd de Deense editie uit 1993 gebruikt. maar het boek verscheen voor het eerst in 1991. Twintig jaar geleden was dat een zeer opmerkelijk boek. Met een verontrustende inhoud. Onze hersenen scheppen de illusie dat we een bewustzijn hebben, maar helaas het is slechts een mythe. Als je op internet op zoek gaat naar de ontvangst van dit boek in Nederland dan vindt je niets. Waarschijnlijk is het boek ook amper verkocht. Is tenminste op dit moment niet meer leverbaar. gelukkig staat het nog wel in een (Openbare) bibliotheek.


Achterflap van het boek
In tegenstelling tot wat algemeen wordt aangenomen, controleert ons bewustzijn maar heel weinig van wat we doen, denken of voelen. In verhouding tot de totale menselijke waarneming speelt het slechts een zeer beperkte rol. Onze hersenen gooien gigantische hoeveelheden informatie weg om ons in staat te stellen de wereld om ons heen te begrijpen. Dat kost tijd, ons bewustzijn holt daarom achter de feiten aan: als een baseballspeler bewust zou nadenken over de zwaai van zijn knuppel dan zou hij nooit de bal raken. En wat de mens als bewust ervaart is bovendien een interpretatie van de werkelijkheid: een simulatie, een illusie.

() We moeten durven beseffen, zo meent Norretranders, dat het leven rijker is dan we denken en dat de mens veel meer is dan zijn bewustzijn alleen.

En een aanbeveling door Douglas R. Hofstadter: Door zich te baseren op buitengewoon rijke en fascinerende ideeën ontwikkelt Norretranders zijn belangrijkste stelling dat het bewustzijn in essentie een mystificatie is, een illusie.



Douglas R. Hofstadter is een Amerikaans wetenschapper die beroemd werd door het cultboek Gödel, Escher, Bach : een eeuwige gouden band. Uitgekomen in 1979, vertaald in het Nederlands in 1985. Door tienduizenden gekocht en door weinigen gelezen. Hofstadter snijdt in dit boek veel zaken aan die (ook) met bewustzijn te maken hebben. In een ander boek van hem (samengesteld met Daniel C. Dennett) gaat het daar ook over: De spiegel van de ziel - fantasieën en reflecties over ik en geest (uit 1986). Dit laatste boek is veel leesbaarder.

Exformatie
Tor Norretarnders heeft met dit begrip de Engelse wikipedia gehaald. Exformation is dat deel van de informatie die als het ware 'vervalt' of 'niet meegenomen' wordt. De belangrijkste reden is dat onze hersenen maar met een heel erg klein aantal bits informatie overweg kunnen. Om te kunnen functioneren gooien we meteen die informatie weg die er niet toe doet. Van alle bits die ons gemiddeld per seconde bereiken (11 miljoen) komen er slechts 30 tot 40 door. Bijna alles wordt weggegooid. Niet bewust ervaren.


De bandbreedte van het bewustzijn is veel smaller dan de bandbreedte van de zintuigen (pagina 143).

Op Youtube staat het filmpje Bandwidth for humans. In vijf minuten wordt uitgelegd hoe onze zintuigen omgaan met bits (informatie). Het filmpje is gemaakt in 2009 maar de maker refereert aan het boek van Norretranders.

Slechts een miljoenste deel van wat onze ogen zien, onze oren horen en onze overige zintuigen meedelen, verschijnt in ons bewustzijn.

Hij weerlegt al in 1991 dat multitasken zou kunnen
Op dit moment kun je je bewust zijn van de tekst die je leest, of van je lichaamshouding, of van de telefoon die straks zal overgaan, of van de plaats waar je je bevindt, of van de situatie in Midden-Europa, of van de geluiden op de achtergrond. Maar slechts één ding tegelijk. Je kunt heen en weer schakelen tussen gebeurtenissen, feiten en processen die erg gescheiden zijn wat tijd en ruimte betreft. De stroom van wat er in je bewustzijn zit, kent alleen de grenzen die door je fantasie worden bepaald. Maar er bestaan grenzen aan wat er op een gegeven ogenblik door het bewustzijn kan gaan, ook al kan er op het volgende ogenblik iets heel anders doorheen stromen (pagina 144).


Ontdekkingsreiziger
Tor Norretranders is in dit boek een soort ontdekkingsreiziger. Die in het begin van de jaren negentig voor een lekenpubliek een onbekende wereld ontsluit. Hij doet verslag van zaken die hij in die merkwaardige wereld aantreft, maar voegt daar iets extra's aan toe. Hij is niet dom; kan tot een bepaald niveau met die wetenschappers meedenken. Op een bepaalde manier beter uitleggen wat zij hebben ontdekt. En hij voegt iets toe. Het begrip exformatie. Het doet denken aan het woord nopinie - een recent woord. Dat iedereen meteen snapt. Exformatie is alles dat 'verloren' gaat of afvalt als informatie ontstaat. Een voorbeeld om dit uit te leggen is door te denken aan een koe. In een wei. Iedereen weet meteen waarover het gaat. Maar als je moet beschrijven wat een koe tot een koe maakt. In die wei (grazig, groen) dan ben je nog wel even bezig. Sterker, daar kun je (als je alleen woorden mag gebruiken) nog wel enige tijd mee bezig. Andersom als je een koe ziet. Dichtbij of in de verte, dan weet je bijna meteen dat het een koe is, en geen giraffe. Nopinie is ook zo'n begrip. Het is (simpel gezegd) het tegendeel van een opinie.


Bill Bryson en Douglas R. Hofstadter
Het boek van Norretranders doet op een bepaalde manier denken aan het werk van Bill Bryson en Douglas R. Hofstadter. Ook twee ontdekkingsreizigers. Alleen staan deze twee diametraal tegenover elkaar. Hofstadter is een echte wetenschapper, die ongetwijfeld iets te zeggen heeft, maar het is té moeilijk voor de gemiddelde leek. Bill Bryson heeft met zijn Een kleine geschiedenis van bijna alles een permanente bestseller geschreven. Dat kon alleen omdat hij voor iedereen begrijpelijke taal gebruikt en in staat is interessante figuren uit de geschiedenis van de wetenschap naar voren te halen in 'smakelijke' verhalen. Tor Norretranders zit duidelijk qua stijl en diepgang tussen deze twee in.

Conclusie
Het boek kost ietwat moeite om te lezen maar levert veel inzicht in over hoe ons onbewuste ons als het ware in de waan laat dat we een bewustzijn hebben. Sterk aanbevolen voor iedereen die recentere boeken van Dijksterhuis, Lamme of Swaab heeft gelezen. Of wil gaan lezen.

zondag 9 oktober 2011

Inside job


Waar komt Occupy Wall Street vandaan?
Sinds enige weken bezetten in New York en andere Amerikaanse steden uiteenlopende mensen plekken waar de (financiële) macht is gevestigd. De noemer waaronder dit fenomeen bekend is geworden heet Occupy Wall Street. De documentaire Inside job uit 2010 van onderzoeker/cineast Charles Fergsuon is een van de manieren om te snappen waar dit (voorlopig nog) ongeordende protest vandaan komt. Een andere is een liedje van Ry Cooder (1947) uit de zomer van 2011.


In NRC Handelsblad van 3 oktober spreekt hij zich als volgt uit:
Ken je iemand van mijn leeftijd die werkelijk milder is geworden? Ik kijk om me heen en verbaas me over al het onrecht en alle ellende. Rechtse kranten nemen de maatschappij over. Zo hadden wij het als muzikanten niet bedoeld, toen we uit de idealistische jaren zestig kwamen met het idee dat we de wereld gingen verbeteren. Ik heb me veel te lang stil gehouden. Maar ik lees de kranten en ik volg het weblog Truthdig van Robert Scheer, die schreef dat de bankiers van Wall Street een vergunning hebben gekregen om geld te stelen van de gewone man. Het nummer No banker left behind kwam er min of meer vanzelf uit. Daarna volgden meer songs waarin ik mijn bezorgdheid over recente ontwikkelingen kwijt kon.


Uit No banker left behind van het album Pull up some dust and sit down enkele regels:

I hear the whistle blowing It plays a happy tune
The conductor's calling all aboard We'll be leaving soon
Champagne and shrimp cocktails. And that's all you'll find
There's a billion dollar bonus And no banker left behind

In dit opgewekte nummer loopt het goed af. Met de Amerikaanse samenleving. Alle bankiers verlaten 'het pand'. Laten een bonus van een miljard dollar achter; en champagne en garnalen cocktails. Feest. Alle bankiers zijn weg.


Wensdenken
In dit liedje zit de kern van de documentaire Inside job op een bepaalde manier opgesloten. Charles Ferguson verbergt niet hoe hij over het bankiersgilde denkt. En de politiek. Niet met moraliserende opmerkingen, maar door uiteenlopende personen from inside aan het woord te laten. Mensen die bewust gedurende dertig jaar meegewerkt hebben om alle wettelijke belemmeringen om bankiers 'in toom te houden' hebben weggeruimd. En dat zijn er velen. Mensen waar normaliter in een samenleving tegenop wordt gekeken. Mensen die een samenleving leiden. Het beste voor hebben met hun land, hun inwoners. Hij haalt ze op een genadeloze manier onderuit.

Who's in control?
Ook bij deze ontwikkeling - bankiers die door hun roekeloze, hebzuchtige gedrag wellicht een recessie van ongekende omvang hebben veroorzaakt - kun je de vraag stellen wie er aan de touwtjes trekt. Zou moeten trekken. Moet er wel iemand aan de touwtjes trekken. Mensen die onder de noemer Occupy Wall Street pleinen en andere plekken bezetten hebben daar een mening over. Of er een gemeenschappelijke eis zal komen moet afgewacht worden. Maar links of rechtsom vinden ze dat er iets gedaan moet worden aan de verhouding 1:99. Los van het feit of die constatering 100% correct is.


Waar komt de woede vandaan?
In Inside job probeert Charles Ferguson in een vijftal hoofdstukken na te gaan wat er de laatste decennia in de bankwereld, economie en politiek is gebeurd. Zijn verhaal begint ergens aan het eind van de jaren zeventig. Wanneer politici als Ronald Reagan aan de macht komen. Politici die medewerkers in hun team meenemen die afkomstig zijn van grote Amerikaanse banken. Binnen enkele jaren slagen ze erin wetgeving zodanig aan te passen dat alle veiligheids-kleppen als het ware worden verwijderd. Kleppen die er in tijden van crisis voor zorgen dat niet het hele systeem onderuit gehaald wordt. In de film wordt dit helder gemaakt met het beeld dat iemand schetst van een super-olietanker die gecompartimenteerd is. Waardoor de olie niet kan (gaan) klotsen bij zwaar weer.


Veel talking heads
Ferguson laat tientallen personen aan het woord. Hij heeft velen geïnterviewd. En schetst door slim knip- en plakwerk een onthutsend beeld van de mores binnen deze wereld. Naast het grote aantal talking heads is een nog grotere groep niet aanwezig in de film. Tientallen hebben te kennen gegeven dat ze niet mee wilden werken aan zijn verhaal. Gelukkig zitten er toch nog enkele 'bad guys' sprekend in de film. Die af en toe zichtbaar bij zich nadenken waarom ze zo stom zijn geweest om in te stemmen met het verzoek voor een interview. Funny, als het niet om zo'n schrijnend, ontluisterend verhaal zou gaan.


Crimineel gedrag?
Uit het feit dat deze documentaire gewoon is uitgebracht en dat er geen rechtszaken tegen hem zijn aangespannen lijkt het alsof alles dat hij suggereert waar is. Het beeld dat opdoemt is dat binnen de bankwereld en delen van de politieke wereld willens en wetens louche praktijken zijn opgestart. Financiële 'producten' en diensten zijn over de samenleving uitgestort waarvan velen wisten dat ze in bijna alle gevallen voor de afnemers niet bepaald goed waren. Eerder het tegendeel. Het waren niet alleen lousy hypotheekaanbiedingen. Maar voor de verkopers deed dat er niet zo veel toe. Als ze hun omzet en daarmee hun bonus maar binnenhaalden. Onder het motto: Na ons de zondvloed.



Wist niemand ervan?
In de documentaire komen verschillende personen aan het woord die op hun manier - binnen hun gremium - geprobeerd hebben tegengas te geven. Daar zijn ze overduidelijk niet in geslaagd. In de zomer van 2007 liep het systeem vast en feitelijk is het probleem nog lang niet opgelost. Een van de redenen waarom de politiek niet in staat was wetgeving zodanig aan te passen dat deze ramp niet had kunnen gebeuren is dat op zeker moment iemand in de film aangeeft dat voor elk lid van het huis van afgevaardigden vijf lobbyisten uit de bancaire sector klaar stonden. Talloos zijn ook de voorbeelden van personen die op zeker moment vanuit de politiek doorschuiven naar de bankwereld. En omgekeerd. Het meest ontluisterend is dat het financiële team van (Yes we can!) president Barack Obama vooral bestaat uit mensen die op de een of andere manier verantwoordelijk waren voor het huidige systeem. Mensen die als geen ander wisten dat veel banken dusdanig groot waren geworden dat de Overheid hun zou redden als ze dreigden om te vallen.

Politici die nu op zoek moeten naar een uitweg. Het economische systeem weer aan de praat zien te krijgen. Maatregelen nemen om hun bancaire vrienden ietwat in te tomen. Voorkomen dat de woede van Occupy Wall Street doorslaat naar anderen in de samenleving.


Een Amerikaans fenomeen?
Uiteraard is dit in de VS geboren. Maar in andere landen speelt het al langer. Op een andere manier. Onder een andere noemer. Vanuit een andere achtergrond. Maar feitelijk komt het allemaal neer op iets dat te maken heeft met de verhouding 99 - 1. Mensen die in de States, Spanje of Griekenland de straat opgaan hebben er op de een of andere manier genoeg van dat 1 procent van een samenleving zo rijk en welvarend kan zijn; ten koste van of op de rug van de rest van de maatschappij.



In de Verenigde Staten is nog lang geen gemeenschappelijk pamflet opgesteld. Een banier waaronder alle deelnemers zich kunnen of willen scharen; waarschijnlijk komt dat er ook niet. De groep is daarvoor te divers. Men heeft uiteenlopende belangen en achtergronden. Voorlopig is hun woede (en gebrek aan hoop en vertrouwen) in de toekomst hetgeen hen bindt. Du moment dat er eisen gesteld gaan worden zal de groep waarschijnlijk uit elkaar vallen. En zal het publieke debat nog meer als nu (moeten) opbloeien. Er zal een gesprek moeten ontstaan over de samenleving die men nastrevenswaardig acht. Waaraan moet die voldoen. Een ding is voor degenen die Wall Street bezetten zeker: die samenleving moet anders zijn als de huidige, eerlijker. Met kansen voor allen.


Hoe zit het met de Tea party?
Op een bepaalde manier kunnen beide 'groepen' elkaar de hand reiken. Ze zijn beiden boos. Maar er is een breekpunt. In de Verenigde Staten lijkt het er op alsof de 'leden' van de Tea party aangevuurd en gestuurd worden door mediabedrijven als Fox. Een groot bedrijf dat er nadrukkelijk een 'rechtse' agenda op nahoudt. Een agenda die vooral gekenmerkt door het zoeken en benoemen van zondebokken. In de US zijn dat de illegale Mexicaanse immigranten, de politici in Washington, de vakbonden enzovoorts. De oplossing die zij propageren staat haaks op gedachten die mensen die Wall Street bezetten hebben: belastingen verlagen, uitkeringen afbouwen, gezondheidszorg versoberen enzovoorts.

Toch zullen naar verwachting binnen afzienbare tijd aanhangers van de Tea party toe moeten geven dat de gedachten van de Wall Street bezetters feitelijk voor hen - vaak ook berooide en achtergelaten slachtoffers van de financiële crisis - beter aansluiten bij hetgeen zij zelf willen.



Een gemeenschap
Inside job gaat hier feitelijk niet over. Maar eigenlijk wel. Het is de vraag wat voor soort samenleving we met z'n allen willen. Eentje waarin op een meedogenloze manier gestreefd wordt naar winstbejag. Ten koste van velen en met grote risico's voor die samenleving. Of een plek waarin dat minder overheerst en getracht wordt iedereen een plekje onder de zon te bieden. Om met Ry Cooder te spreken: een samenleving waar er champagne en garnalen cocktails voor ons allen (kan) zijn. En bankiers weer een aloude rol vervullen: faciliteren van het geldverkeer. En no longer een verbeten strijd voeren om nóg hogere bonussen binnen te halen. Een utopie? Wie zal het zeggen.


Een 'pittige' documentaire
De materie die wordt aangesneden is pittig. Ferguson slaagt er echter wel in om uit te leggen hoe bijvoorbeeld credit default swaps (om maar een 'product' te noemen) werken. Maar het blijft moeilijk. Advies: bekijk de documentaire meerdere keren. Het kost tijd maar het helpt om te doorzien wat er gebeurd is en wat er schort aan het huidige economische en politieke systeem.

Tegengeluiden
Uiteraard is de verhouding in de Amerikaanse samenleving niet 1 tegen 99. Integendeel. De laatste dagen wordt Occupy Wall Street door velen kritisch gevolgd en bejegend. Prima. Goed voor het debat.


Sylvia Nasar
Is een Amerikaans econoom, journalist en schrijfster. Ze werd vooral bekend door haar boek A beautiful mind (uit 2000). Onlangs kwam naar nieuwste boek in vertaling uit: De wil tot welvaart. Daarin doet ze een poging een handvol grote (en dode) economen te portretteren. Zoals dat gaat was ze voor promotiedoeleinden op pad en in De Volkskrant deed Jonatahn Witteman verslag. Ze zegt daar over de Wall Street bezetters:

De retoriek van kwaadaardige Wall Streetbankiers versus de deugdzame boer uit het Midden Westen () dat is het soort populisme dat een lange geschiedenis kent in Amerika en dat teruggaat tot de 19de eeuw. () je moet deze problemen het hoofd bieden, want als mensen kwaad en bang zijn, gaan ze op zoek naar zondebokken en stellen ze geneesmiddelen voor die erger zijn dan de kwaal.
Bovendien klopt de analyse niet dat de bankiers de crisis hebben veroorzaakt. Ik zat in een panel met de Democraat Paul Krugman. Gevraagd naar wie de crisis had veroorzaakt, noemde hij niet de bankiers. "Kijk, we hebben dertig geweldige jaren gehad zonder grote crises. Wat gebeurt er dan? Je laat de teugels vieren. Als de aandelenmarkten ieder jaar 20 procent omhooggaan, zet je even geen geld meer opzij voor een regenachtige dag en sla je wat makkelijker het welbekende advies in de wind om niet al je eieren in één mandje te doen. Dat is de oorzaak van de crisis. Het waren niet de bankiers, het was iedereen."

Sylvia Nasar zat niet in Inside job. Klik hier voor een 'recensie' van die film door Paul Krugman ("it will make your blood boil").

Tot slot: een bibliothecaresse
De komende weken en maanden zal er een stortvloed van meningen over de bezettingsacties loskomen. Voor en tegen; genuanceerd en hol geschreeuw. Sommige deelnemers en volgers van de 'actie'voerders zien al dat er grof geschut wordt ingezet. Denk aan intimideren, uitlokken van geweld, de integriteit van deelnemers ondermijnen.

Op zaterdag 8 oktober plaatste NRC Handelsblad een korte bijdrage van een Amerikaanse bibliothecaresse, Betsy Fagin. Waarin ze verwoordt waarom ze deelneemt. Het is een momentopname. Ze noemt nu deze tien punten, maar morgen kunnen het ook andere zijn.







Ondertussen heeft ze voor de bezetters in New York een 'bibliotheek' opgericht.




Enkele boeken die (ook) met dit onderwerp te maken hebben
Nouriel Roubini. Crisiseconomie (2011)
Dominique Moïsi.De geopolitiek van emotie (2009)
Geert Noels.Econoshock (2008/2010)
Martha Nussbaum. Niet voor de winst (2011)

Klik hier voor de uitgebreide literatuurlijst Who's in control?

zaterdag 8 oktober 2011

Raoul Heertje overhalen om naar Oss af te reizen



In september (2011) werd het eerste exemplaar van Mark Rutte is lesbisch overhandigd. Zo gaat dat. Een schrijver wil zijn werk onder de aandacht van het publiek brengen door een exemplaar te overhandigen aan een Bekende Nederlander. In de hoop dat de media er verslag van doen. Waardoor de verkoop een steuntje in de rug krijgt. Ook om de wereld te laten weten dat zijn of haar boek er is. Dat is nog niet zo eenvoudig, want alleen al in Nederland worden jaarlijks globaal 13 duizend boeken uitgebracht. Dar zijn er 35 per dag. Té veel personen om langs te kunnen gaan bij DWDD, de Tros nieuwsshow op zaterdag, P&W en talloze andere programma's. Voor de meeste boeken wacht dus de mestvaalt van de boekenwereld: de Slegte of de boekenvermaalmachine.



Uitreiking 1e exemplaar Mark Rutte is lesbisch
Raoul Heertje - de bekende Bekende Nederlander - heeft op zijn manier geprobeerd dit belangwekkende boek daarvoor te behoeden. Op Youtube staat een filmpje van 2,5 minuut waarin we hem bezig zien om het eerste exemplaar te overhandigen. Iedereen die hem een beetje kent zal snappen dat hij er een twist aan geeft.


Ook zal iedereen die het boek leest en/of de artikelen rondom dit boek heeft gelezen (bekeken) weten dat de manier waarop hij het eerste exemplaar overhandigt nadrukkelijk samenhangt met de inhoud van zijn boek

Op hetzelfde Youtube kun je vervolgens nog veel meer filmpjes bekijken waarin we hem als een marktkoopman bezig zien zijn product te promoten.


Het circus
Raoul Heertje realiseert zich als geen ander dat we de laatste jaren letterlijk en figuurlijk tot een circus-maatschappij zijn verworden. Daarmee bedoelt hij dat zowel deelnemers als toeschouwers weten dat er 'een kunstje' wordt opgevoerd. Dagelijks. Op alle momenten van de dag. Op verschillende 'platforms'. Dat een terugkeer naar een periode waarin dit circus-gedoe veel minder aanwezig was schier onmogelijk zal zijn. Als we niet oppassen dan wordt de circus-motor nog meer opgevoerd. En dan kan nog nadrukkelijker als nu al het geval is de vraag gesteld worden: Who's in control?



Het circus II
In onze tijd worden we als argeloze toeschouwers doorlopend bestookt met mensen die iets onder de aandacht willen brengen. Een dienst, een product, een mening. Soms vanuit een altruïstische inborst maar feitelijk bijna altijd om er zelf op de een of ander manier beter van te worden.

Op een gemiddelde zaterdagmorgen kun je met de Tros nieuwsshow op Radio 1 'prettig' wakker worden. Elke week komen in 2,5 uur een tiental onderwerpen langs. Items die een relatie hebben met de actualiteit van de afgelopen week, een rapport over het een of ander, het wegvallen van een Bekend Persoon enzovoorts. Een ijzersterke formule, die door velen is gekopieerd. De presentatoren weten in elk kwartiertje vaak tot de kern door te dringen. Je kunt het ook prima missen. Om te gaan douchen, de hond uitlaten of gewoon omdat je weg moet. Kern van het programma is wel dat bijna altijd iedereen die langskomt juist of toevallig 'iets' heeft gepubliceerd, gemaakt. Een boek, een cd, een film, een theatervoorstelling, een rapport. Daar is op zich niets mis mee, maar de Tros nieuwsshow is een van de vele 'programma's' die zich daarvoor laten gebruiken. De liefde komt nadrukkelijk van twee kanten. De redactie wil een aangenaam programma met 'leuke', interessante gasten en de gasten willen dolgraag 'hun verhaal' kwijt.


Het circus III
Raoul Heertje zet in zijn quasi serieuze boek vraagtekens bij dit circus. Evenals anderen. Maar hij realiseert zich als geen ander dat hij zich er niet los van kan maken. Hij moet meedoen. De Engelse journalist Nick Davies deed in 2009 met zijn Gebakken lucht een duit in het zakje. Hij beschrijft dat bijna alle kranten in veel gevallen verworden zijn tot een doorgeefluik van teksten die opgemaakt zijn door pr-afdelingen van overheidsinstellingen, bedrijven en niet commerciële organisaties. De aangeleverde persberichten worden vaak zonder checks and balances een op een overgenomen. De oorspronkelijke taak van de kranten staat daarmee onder druk. Ditzelfde zien we bij radio en tv. Er is vaak weinig verschil (meer) tussen commerciële en publieke omroeporganisaties.

Raoul Heertje neemt zichzelf in dit boek serieus (maar vaak ook niet)
Over het nut van het lezen van kranten en het opdoen van informatie om 'de wereld te snappen' schrijft hij het volgende:

In ons leven zijn we zelf de samenvatter. We maken een keuze uit gebeurtenissen, feitjes en ervaringen. We denken dat we dat heel objectief doen, maar blijken dat niet te kunnen. De keuzes worden bepaald door onze belangen en het wereldbeeld dat we hebben. () Ik las vroeger vier kranten om een mening te kunnen vormen. In feite blijken mijn hersenen in die kranten te hebben gezocht naar bevestiging van oordelen die ik toch al had. Vier kranten lezen maakte me alleen nog eigenwijzer in mijn oordelen; ik had wat meer feitjes tot mijn beschikking. Op dit moment is mijn mening nog steeds gebaseerd op vooroordelen en vastgeroeste opvattingen, maar ik verpest mijn tijd niet meer met het lezen van vier kranten (pagina 16-17)

Ongewild zegt hij hierboven ook iets over de manier waarop onze hersenen werken. Het gros van de tijd gaat ons onbewuste zijn gang. Daar valt niet aan te ontkomen. Slechts heel af en toe kunnen we met ons bewustzijn tegen onze tendenzen, neigingen, vooroordelen in gaan.


Emoties
Hij gaat op deze gedachte op pagina 26 als volgt verder:
Dat mensen vooral door emoties worden gedreven wist je al. Het blijkt dat ook de meest rationele beslissingen op basis van kwade, liefdevolle, angstige en verdrietige gevoelens worden genomen. Mensen die geconfronteerd worden met een goeie act voelen dus echte emoties en hoppen vervolgens door naar beslissingen die uiteindelijk leiden tot tastbare feiten.



Hoe uniek ben je?
In onderstaand citaat klinkt het verhaal van Roos Vonk door. Die op een andere manier hetzelfde zegt. We zijn niet zo bijzonder; vertonen allemaal gedrag dat andere mensen ook vertonen. Leg je daar maar bij neer. Het is niet anders. Laat los dat je special bent. En een link met een andere schrijver, filosoof Coen Simon. Je bent net zo oppervlakkig als anderen. Schaam je daarvoor niet. Het is onmogelijk altijd en overal in control te kunnen zijn.

Steeds als ik denk dat ik een originele gedachte heb voldoe ik precies aan het profiel van de groep waartoe ik behoor. Behoorlijk frustrerend is dat. Ik heb jarenlang gedacht dat ik een enorm onafhankelijk denker was. Dat mijn voorkeuren en keuzes immuun waren voor modegrillen. Door die hooghartigheid ben ik automatisch lid geworden van de gemakkelijkst te beïnvloeden doelgroep. (pagina 43)



Nick Davies voor de tweede keer
Op pagina 46 komt Nick Davies, de Guardian journalist van de oude stempel, nog een keer voorbij. Niet letterlijk maar zijn mening over de verwording van de schrijvende pers. De mij in het citaat is Johan Derksen, de welbekende hoofdredacteur van Voetbal international en liefhebber van blues, americana en folk.



Onafhankelijke journalistiek bestaat helemaal niet meer in Nederland. Dus waar bestaat die macht van mij dan uit? Ze zeggen al niet veel en wat ze zeggen mogen ze ook nog eens doorstrepen. Ik heb wel eens een paar uur met Van Gaal gepraat voor een interview. Als hij iets heel interessants vertelde en mij zag opveren, dan keek hij me glimlachend aan: "Ik kan deze uitspraak makkelijk doen, die haal ik er als eerste uit als ik het artikel redigeer." (pagina 46)

() Een van de vragen waar ik mee begon was of de sportjournalistiek ervoor zorgt dat jij en ik een goed beeld krijgen van de voetbalwereld. Het antwoord is nee, de sportjournalist voert net zo goed een Circusact op als de bestuurders, de trainers en de voetballers. Zelfs als we alle voetbalblaadjes, voetbalbijlagen, voetbalsites en voetbalprogramma's geheel opslurpen weten we niet veel meer dan allerlei onbelangrijke zaken. Journalisten horen natuurlijk wel belangrijke informatie maar die mag achteraf worden geschrapt door de bron, de vertrouwensrelatie kan niet worden verstoord en de abonnees/kijkers moeten tevreden worden gehouden met jam op brood en messen in de rug. (pagina 52-53)



Waarom is er zoveel belangstelling voor 'het circus'
Uit de losse pols formuleert Raoul Heertje op pagina 73-74 waarom zovelen kennis willen nemen van het mediacircus. Heertje is geen domme man. Heeft veel gelezen en dat schemert door het hele boek heen.



Laatst legde iemand me uit dat vroeger alles anders was. We leefden in kleine gemeenschappen. Mensen kenden elkaar. Ze praatten met mensen die ze persoonlijk kenden over andere mensen die ze persoonlijk kenden. Het kon over van alles gaan. Heb je die nieuwe dinosaurus van de buurman gezien? () Je hebt echt een probleem als je nog één keer bij mijn opa's hunebed naar binnen pist.

Tegenwoordig leven we in veel grotere gemeenschappen. We kennen elkaar nauwelijks nog. Maar we willen nog steeds de intimiteit van vroeger. Dus wat doen we? We gaan een zogenaamde relatie aan met bekende mensen. Die spelen daar ook op in door allerlei zogenaamd persoonlijke details te openbaren. Zo ontstaat er een relatie.



Vervolgens voert hij een (zogenaamde) vriendin op waardoor hij zichzelf kan becommentariëren en laten merken hoe hij over die BN-ers denkt. Maar ondertussen schemert er de gêne van Heertje zelf doorheen. Hij is inmiddels ook een BN-man geworden. Van het tweede of derde garnituur, maar toch.

'Alleen mensen die zich ongelooflijk vervelen houden zich dagelijks bezig met het wel en wee van bekende Nederlanders. Tenminste, ik hoop voor die mensen dat het verveling is en geen ernstige afwijking. Als dat laatste het geval is stel ik voor dat ze een vrijwillige euthanasieverklaring tekenen. Ze zullen dan zo snel mogelijk uit hun lijden verlost worden.'

De paprika
Heertje kan schrijven. Dat wisten we al. En wordt door dit boek bevestigd.


Hieronder zet hij een perfect beeld neer, om duidelijk te maken hoe het circus werkt. Het is een nieuw beeld voor een aloud iets. In de mediawereld wordt altijd met een format gewerkt. Dat afhankelijk van de frequentie gevuld moet worden. Een krant kan op een bepaalde dag niet uitkomen omdat er geen nieuws is. Het journaal van acht uur is altijd vol. Wat er ook is gebeurd. Nooit langer of korter. "Het nieuws is op" zal je nooit horen.

Laten we al die vaste media-uitingen de uitgeholde paprika's noemen. Een lege vorm. Dat er elke dag een uitgeholde paprika op papier, op het computerscherm of in beeld verschijnt staat al maanden van tevoren vast. Alleen moet er nog gehakt gevonden worden om de paprika te vullen. Toevallige, willekeurige BN'ers worden vaak ingezet als gehakt. Ik gebruik de woorden 'toevallig' en ' willekeurig' niet toevallig en willekeurig. Het gaat om een BN'er die toevallig kan. De keuze voor de ene of de andere BN'er is volstrekt willekeurig (de redactie) doet geen enkele moeite jou de illusie te geven dat het om JOU gaat. Ze willen gewoon een BN'er. Als jij wilt: prima. Wil je niet: ook goed. De paprika wordt heus wel gevuld. (pagina 86-87)

Onze hectische wereld
Maar er is nooit eerder een tijdperk geweest waarin de mens van zoveel kanten werd bestookt met beelden. De hoeveelheid beelden van nu vergelijken met die van vijftig jaar geleden is appels met rolmopsen vergelijken. De zwakste schakels, die het Circus verveeld af gaan doen als een eeuwenoud verschijnsel, slaan het piketpaaltje geheel mis.



We hebben allemaal op onze eigen manier tientallen keren beelden gezien hoe iets gedaan 'moet' worden. Door beelden op te slurpen. Hoe je je moet gedragen als je gaat trouwen. Hoe je behoort te treuren. Hoe vrouwen klaarkomen. Hoe je ruzie maakt. Iemand beoordeelt in een bedrijf. En dan ...

Op een dag bevind je je plotseling in een scène die je al duizenden keren hebt meegemaakt. Die beelden blijken invloed te hebben. Als je wilt weten hoeveel invloed, leg dit boek dan even weg. (pagina 107-108)

En dan denk je bijvoorbeeld
Vanavond is er weer zo'n verjaardag waarop je de jarige een hand (en cd) geeft en sinds enige jaren (op dit feestje) ga je alle vrouwen kussen. Drie keren. Sinds wanneer doe ik dit? Moet ik hieraan meedoen? Waar hebben ze het geleerd? Vandaan gehaald?

Marketing is ratio
Raoul Heertje heeft het vaak over de tv. Commercieel of publiek. Dat doet er niet zo veel toe. Daar moet gescoord worden. Rondom de advertenties moet content geplaatst worden. Die wordt massaal gemanipuleerd. Om kijkers vast te houden. Hij maakt zich weinig illusies meer.



De tijd dat je met beeldend kunstenaars, schrijvers en journalisten samenwerkte aan eigenzinnige, tegendraadse televisie is definitief voorbij. De mens is emotie en ratio. Bij televisie zit de ratio bij marketing en aandeelhouders. De weerslag daarvan is pulp voor de massa. Wij willen emotie. Hoe meer geschreeuw, geblèr, gejank gejuich en gelach, hoe beter. Allemaal goed voor de portemonnee van de exploitanten. (pagina 114)

Nick Davies (voor de 3e keer)
Op pagina 140 herhaalt hij vanuit een andere bron hetzelfde als Nick Davies in zijn Gebakken lucht ook beweerde.

Had ik trouwens al verteld dat uit onderzoek (Radboud Universiteit) blijkt dat minstens vijfendertig procent van de Nederlandse krantenberichten gewoon overgeschreven persberichten zijn. Die worden dus gestuurd door de pr-diensten van overheden, instellingen en andere federaties. Vervolgens typt iemand die zich journalist noemt ze over.

Kluun: alles is marketing
In het hoofdstuk Gegarandeerde knaller staat schrijver Kluun centraal. Exemplarisch voor iedereen die een 'product' moet neerzetten. Dat doet hij door zich op een bepaalde manier in het circus te uiten. Een manier die dicht bij zichzelf ligt, maar toch niet helemaal samenhangt met hoe deze schrijver écht is. Wat is trouwens jezelf 'écht' zijn?



All schrijvers zijn merken. Jezelf A.F.Th. noemen is ook marketing. Adriaan van Dis zet zijn bekakte stem ook extra hard aan als hij op tv is. () Ik denk erover na of het beeld dat ik wil creëren klopt. () Het is niet een rol die helemaal niks met mezelf te maken heeft. Ik ben niet totaal iemand anders. Dan zou het ook niet werken. Je moet entertainen en overtuigen. Mensen moeten het gevoel hebben dat het een beetje klopt. (pagina 150)

Heel veel schrijvers zijn niet mediageniek. Ze doen een voorgesprek bij een tv-programma en dan worden ze afgewezen. Ze kunnen niet praten of ze zijn niet aantrekkelijk genoeg. Ik begrijp dat ze dat frustreert. Het zegt eigenlijk niks dat je mediageniek bent, maar het werkt wel. (pagina 152)

Gehakt maken van ...
Aan het eind van het boek probeert Raoul Heertje opiniepeiler Maurice Heertje compleet af te branden. Dit is een van de meest hilarische hoofdstukken van zijn (nogmaals) zeer leesbare boek. Het werk van De Hond en andere pollers heeft niets maar dan ook niets met de realiteit te maken. Dat is geen wetenschappelijke analyse van Raoul Heertje maar hij voert genoeg munitie aan om tot die conclusie te (kunnen) komen.



De resultaten van de peilingen van Maurice de Hond hebben veel meer invloed op onze gesprekken. Ze beïnvloeden wat wij denken dat wij met z'n allen vinden. Ik ga ervan uit dat er politiek partijen met honderden of duizenden e-mailadressen meedoen aan de peilingen van Maurice de Hond. Als politieke partijen dat gaan ontkennen liegen ze. Of ze liegen niet, dan zijn de dikbetaalde publiciteitsmedewerkers een stel onwaarschijnlijke kneuzen. Ik weet niet wat ik erger vind. (pagina 177)

Maar Heertje is niet optimistisch dat deze peilingenplaag binnenkort over zal zijn. Integendeel.

Niet dat er iets zal veranderen door dit inkijkje. Mensen vinden uitslagen van peilingen leuk. Ze zullen blijven denken dat ze zien waar ze naar kijken. De tv-programma;'s en kranten waar de uitslagen van de peilingen in verschijnen bestaan ook op basis van cijfers. Alles wat de adverteerders tevreden stelt mag blijven. De bazen in medialand zullen vrolijk doorgaan met de peilingen (pagina 180).



Wat is nu het probleem?
In het voorlaatste hoofdstuk kaart hij dit aan. Wat wil hij feitelijk met zijn boek bewijzen, aantonen, neerzetten?

Het Circus vertroebelt ons contact met de buitenwereld. () Mensen weten voor zichzelf altijd goede verklaringen te vinden voor hun Circusgedrag. Ik vind het te makkelijk om ze op afstand te veroordelen. Tenminste, in theorie vind ik dat te makkelijk; in praktijk verdien ik me suf met het belachelijk maken van andermans beweegredenen.
Het rare is dat de beslissingen van ieder individu best te begrijpen zijn: de combinatie van al die beslissingen vormt een Circusversie, waarin niets is wat het lijkt dat het is. (pagina 182)

Who's in control?
Keer op keer gaat het hier over. Iedereen die aan dit Circus meedoet - producenten en kijkers - houden elkaar gevangen, Weten beiden dat er vaak veel belangrijker zaken zijn of spelen. Maar het is o zo lekker om te blijven hangen, af en toe deel te nemen. En is het wel zo erg als je daaraan meedoet. We vormen dan toch maar even een gemeenschap, waarin we dingen delen. Maar ondertussen zijn beiden elkaars gevangenen. Kunnen elkaar niet missen. De circusacts en hun publiek.



Raoul Heertje naar Oss?
Heertje weet als geen ander hoe het circus werkt. Dat hij er deel vanuit maakt. Dat zijn boek verkocht moet worden. Als hij ergens in den lande iets doet rondom Mark Rutte is lesbisch dan is het altijd om de verkoop te stimuleren. Hij kan en zal dit niet ontkennen. Mag dit niet ontkennen. Als hij zou besluiten om in Oss iets over zijn boek te komen vertellen dan is dat een van de vele circusacts.

Er is echter één maar, Heertje is niet (langer) tevreden met zomaar een optreden in Oss. Hij wil iets bijzonders doen. Dus geen standaard lezing. Geen optreden als standup comedian. Niet verschijnen als Mark Rutte. Maar wat zou hij dan in Oss wel kunnen komen doen?



Wel?
Raoul Heertje komt op een nader af te spreken datum naar Oss en verhaalt hoe hij aankijkt tegen de vraag Who's in control? Een deel van het antwoord ligt in zijn boek verscholen, maar een nog veel groter deel niet. Ook zou hij bij het beantwoorden van deze vraag mee kunnen nemen hoe het zo is gekomen (dat boek), hoe het is ontvangen en of er al effecten zichtbaar zijn dat het Circus zich ietwat aan het aanpassen is. En of hij dat echt wil. Of dat al het gedoe vooral bedoeld was om mensen aan het lachen te krijgen. Toch een echte circusact.


(zaterdag 8 oktober 2011)